Het NOS-journaal liet het ons weten: de belangstelling voor dodenherdenking is groeiend. Negen op de tien Nederlanders ‘heeft er iets mee’. Trekken we de lijn door, ook Bevrijdingsdag staat in het rijtje te memoreren data. Vaker enten wij een schrijfbijeenkomst op iets uit de actualiteit. Het daagt uit om vanmiddag samen met deelnemers te gaan schrijven over ‘bevrijdingsdag’. Je bevrijden van vijand, overheersing, onderdrukking en terreur is immens belangrijk èn het kan (nog) breder.
Ons schrijfconcept richt zich, om in de sfeer te blijven, op innerlijke vijanden. Op al wat zich in een mens kan ophopen aan onvrijheid, stremming van de vrije levensstroom. Onszelf bevrijden van een externe vijand is soms nog niets in vergelijking met de bevrijding van een interne obstructie. Bewust en onbewust kan de mens zich heel wat beperkingen op de hals halen of er aanwezig weten. De voorbeelden zijn talrijk en vaak uiterst herkenbaar. Dat maakt het voor een schrijfbijeenkomst tot een toegankelijk thema.
Een thema kan vastgesteld zijn, de voorbereiding is minstens zo belangrijk. Er is nog tijd genoeg om zelf te pen te laten gaan. Wat komt er spontaan in ons naar boven nu we besloten vanmiddag te gaan schrijven over ‘bevrijdingsdag’? In ons blijkt er al van alles klaar te liggen : waarván wens ik me te bevrijden? Is dat een verslaving, oud patroon, hebbelijkheid, te sterke neiging, naar karaktertrekje? Wat heb ik nodig om mij ook innerlijk vrij te voelen? Hoe zet ik nou zelf schotten in mijn levensstroom? Waar en hoe ben ik mijn eigen vijand? Waartoe zou ik dat doen, wat is daarvan de winst? Kan ik me herinneren dat ik me ooit van een innerlijke obstructie bevrijd heb, mogelijk meer dan eens en wat is het verhaal daarvan?
Wij zijn nog lang niet klaar met ‘bevrijdingsdag’! En ook in het groot zou het wel eens van binnen naar buiten kunnen werken. Want wie zijn eigen vijanden heeft ontmoet en begroet, vindt zijn wapen en aanval van geen enkele waarde meer. Voelt de loop van zijn geweer afbreken als nat geworden bordkarton.